Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van zwemmende Kleine Beer

Kleine Beer en Narcisme zwemmend

Op een zonnige dag besloot Kleine Beer te gaan zwemmen in het meer bij Huisje Daar. Het was een heerlijke plek, met helder water en vrolijk kwetterende eenden. Kleine Beer voelde zich een beetje onzeker, want zwemmen kon hij nog niet zo lang. Hij droeg zijn zwembandjes stevig om zijn armen en stapte voorzichtig het frisse water in.

Kleine Beer stapt dieper het meertje in, tot waar hij niet meer op zijn pootjes kan staan en begint te watertrappelen. Hij probeert zijn armen ook te bewegen en komt langzaam in beweging.

Niet veel later kwam Harde Beer aangewandeld. “Kijk eens aan! Daar is mijn zwemkampioen!” riep hij enthousiast. Kleine Beer glimlachte verlegen, terwijl hij traag door het water ploeterde. “Zwem maar snel verder!”

Plots zwom een eend snel voorbij Kleine Beer. Kleine Beer stopte even met peddelen en keek naar de kant. “Harde Beer, zie je dat? Ik ben echt nog traag.” Zegt hij droef.

“Onzin, Kleine Beer!” zei Harde Beer met een brede glimlach. “Jij wordt de beste zwemmer die ik ooit heb gezien. Een berebeste zwemmer, net zoals ik! Weet je wat? Er is binnenkort een zwemwedstrijd in het dorp. Hoe leuk zou het zijn moest je die winnen?!”

Kleine Beer keek verbaasd. “Maar Harde Beer, ik ben nog helemaal niet zo goed. Ik gebruik zelfs nog mijn zwembandjes.”

“Ach,” zei Harde Beer, terwijl hij zich breed maakte. “Jij kan toch perfect zonder die bandjes zwemmen? Echt, je techniek is goed, als je het maar echt wil, kan je zelfs de zwemwedstrijd in het dorp winnen binnenkort! En ik zal je aanmoedigen!.”

 

Kleine Beer en Narcisme zwemmend

Later die dag ging Kleine Beer naar Huisje Hier, waar Zachte Beer hem opwachtte. “Hoe was het zwemmen vandaag, Kleine Beer?” vroeg Zachte Beer zachtjes.

Kleine Beer zuchtte en vertelde over Harde Beer die zei dat hij de beste zwemmer was en over de zwemwedstrijd. “Maar ik kan helemaal nog niet goed zwemmen!,” zei hij eerlijk. “Ik ben nog aan het oefenen.”

Zachte Beer glimlachte en gaf Kleine Beer een knuffel. “Je bent al fantastisch, gewoon omdat je het probeert en er plezier in hebt. Het is niet belangrijk om de beste te zijn, maar om blij te zijn met wat je doet. Wat Harde Beer denkt dat hij je motiveert door te zeggen dat je het al geweldig kan, terwijl je nog maar begint. Het is goed dat jij zelf weet wat je wilt en kunt.”

Kleine Beer keek op en knikte. “Ik denk dat ik eerst nog even blijf oefenen voordat ik aan een wedstrijd meedoe. Misschien doe ik later mee, als ik er echt klaar voor ben.”

“Dat klinkt als een heel goed plan, Kleine Beer,” zei Zachte Beer. “Zullen we samen oefenen morgen? Gewoon rustig aan, voor de lol?”

“Ja, graag!” riep Kleine Beer blij. Hij voelde zich meteen lichter.