
Harde Beer heeft een nieuwe vriendin, Gloria Beer. En die heeft een dochtertje, Nova Beer. Gloria Beer zegt: “Het is zo mooi weer, laten we gaan wandelen!”
Een beetje later vertrekken ze allemaal: Kleine Beer, Harde Beer, Gloria Beer en Nova Beer maken, richting het bos. De zon schijnt door de bladeren en vogels zingen vrolijk. Kleine Beer vindt het fijn om buiten te zijn.
“Nova Beer, wat wandel jij toch flink!” zegt Gloria Beer trots. “Jij bent echt een doorzettertje.”

Harde Beer knikt. “Inderdaad! Kijk eens hoe goed Nova Beer het doet!”
Nova Beer lacht blij en huppelt nog een stukje verder.
Kleine Beer wandelt ook dapper door. Hij voelt zijn pootjes een beetje moe worden, maar hij zegt niets. Hij heeft ook flink gewandeld, toch?
“Harde Beer, ik heb ook goed gewandeld, hè?” vraagt Kleine Beer voorzichtig.
Harde Beer kijkt kort opzij en haalt zijn schouders op. “Jij bent al groot, Kleine Beer. Dat hoort zo.”
Kleine Beer voelt iets knagen in zijn buik. Maar… hij vindt het óók fijn om te horen dat hij iets goed doet. Waarom krijgt Nova Beer wel een compliment en hij niet?
Gloria Beer leunt iets dichter naar hem toe en fluistert: “Harde Beer bedoelt dat goed hoor, jij moet gewoon niet zo hengelen achter complimentjes.”
Kleine Beer knikt stilletjes, maar vanbinnen voelt het niet eerlijk. Hij vraagt zich af waarom hij altijd zo flink moet zijn, terwijl anderen wél mogen horen dat ze iets goed doen.
Een paar dagen later, als Kleine Beer thuis is bij Zachte Beer, vertelt hij over zijn gevoel.
“Het voelde niet fijn,” zegt Kleine Beer zachtjes. “Ik had het gevoel dat ik onzichtbaar was.”
Zachte Beer trekt hem in een warme knuffel. “Je gevoelens zijn belangrijk, Kleine Beer. Iedereen heeft weleens behoefte aan waardering, ook jij. Dat is heel normaal.”
Kleine Beer knikt langzaam.
“En weet je wat?” zegt Zachte Beer. “Ik zag je vanochtend vertrekken en ik weet hoe flink je gewandeld hebt. Ik ben trots op jou.”
Kleine Beer voelt iets warms in zijn buik. Hij glimlacht. Misschien had Harde Beer het niet gezegd, maar gelukkig wist Zachte Beer precies wat hij nodig had.