Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de overbodige wedstrijd

Het was een zonnige dag in het bos. De vogels floten en de bladeren ritselden zachtjes in de wind. Vandaag was een speciale dag, want Harde Beer had een wedstrijd georganiseerd.

“Luister goed!” zei Harde Beer streng. “Vandaag gaan jullie rennen, klimmen en springen. De sterkste en snelste wint!”

Kleine Beer en Reuze Beer keken elkaar aan. Kleine Beer vond rennen en springen leuk, maar hij wilde helemaal niet per se winnen. Reuze Beer knikte vastberaden. Hij wilde bewijzen dat hij groot en sterk was.

De wedstrijd begint

“Op je plaatsen… klaar… af!” riep Harde Beer.

Reuze Beer schoot vooruit. Hij rende zo snel als hij kon over het bospad. Kleine Beer deed ook zijn best, maar hij genoot meer van de wind die door zijn vacht waaide en de blaadjes die knisperden onder zijn pootjes.

 

Bij de eerste hindernis, een grote boomstam, sprong Kleine Beer er soepel overheen. Reuze Beer sprong ook, maar hij schatte de afstand verkeerd en struikelde.

“Sta op! Je bent groot, je moet winnen!” riep Harde Beer ongeduldig.

Reuze Beer krabbelde overeind, maar hij voelde de druk. Wat als hij niet won? Wat als Harde Beer hem dan zwak zou vinden?

Een onverwachte wending

Bij de klim naar een hoge rotsrand was Kleine Beer eerst boven. Hij keek achterom en zag dat Reuze Beer moeite had met de grip op de gladde stenen.

“Kom op, Reuze Beer!” riep Kleine Beer vrolijk. “Je kunt het!”

Reuze Beer keek verbaasd. Kleine Beer was zijn tegenstander, toch? Waarom moedigde hij hem dan aan?

Langzaam klom hij verder, met Kleine Beer die hem tips gaf: “Zet je poot hier… en duw je af daar!”

Samen bereikten ze de top. Zachte Beer stond daar al te wachten en glimlachte trots. “Wat een geweldig teamwork!”

De uitslag

Beneden stond Harde Beer met zijn poten over elkaar. “Wat een zwakke wedstrijd,” bromde hij. “Reuze Beer, je bent groot en sterk! Waarom heb je niet gewonnen? Kleine Beer heeft je zelfs geholpen!”

Reuze Beer keek naar de grond. Hij voelde zich even klein, ondanks zijn grote lijf.

Kleine Beer keek naar Harde Beer en toen naar zijn broer. “Maar het was leuk,” zei hij. “En we hebben samen een mooie wedstrijd gehad.”

Zachte Beer knikte. “Soms is samen sterker dan alleen maar groot zijn.”

Reuze Beer glimlachte en sloeg een poot om Kleine Beer heen. “Volgende keer doen we gewoon weer samen,” zei hij.

En zo liepen ze samen verder, lachend, zonder winnaars of verliezers—alleen twee broers die plezier hadden.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Het verhaal van het gescheurde boek

Op een regenachtige middag zit Kleine Beer in Huisje Daar bij Harde Beer. De dikke regendruppels tikken tegen het raam en Kleine Beer verveelt zich.

“Wat gaan we doen, Harde Beer?” vraagt hij.

Harde Beer bladert door zijn boekenkast en trekt een prachtig oud boek tevoorschijn. “Hier, dit is een geweldig boek! Je mag het lezen, maar wees er heel voorzichtig mee, want het is zeldzaam.”

Kleine Beer neemt het boek voorzichtig aan. Het heeft een leren kaft en glimmende gouden letters op de voorkant. Hij voelt zich trots dat Harde Beer hem vertrouwt met zo’n bijzonder boek.

Hij nestelt zich in een hoekje en begint te lezen. Het is een spannend verhaal over een dappere ridder en een draak. Hij slaat snel de bladzijden om, helemaal in het verhaal verzonken. Maar dan gebeurt het…

Krraaaak!

Kleine Beer schrikt. Hij kijkt naar het boek in zijn poten en ziet tot zijn schrik dat een van de bladzijden is gescheurd! Zijn hart bonkt in zijn borst. Wat moet hij doen? Harde Beer had gezegd dat het boek zeldzaam was.

Misschien merkt Harde Beer het niet als hij het boek snel teruglegt? Maar dat voelt niet goed… Toch durft hij het niet te vertellen. Hij blijft zitten, alsof hij in een steen is veranderd.

Een tijdje later komt Harde Beer binnen. “En? Hoe vond je het boek?”

Kleine Beer slikt en schuift het boek langzaam terug naar Harde Beer. “Het was heel mooi,” zegt hij zachtjes.

Harde Beer pakt het boek op en bladert erdoorheen. Opeens blijft hij stil staan. Zijn ogen vernauwen zich.

“Kleine Beer… heb jij deze bladzijde gescheurd?”

Kleine Beers hart bonkt nog harder. “Eh… misschien een beetje per ongeluk…” fluistert hij.

Harde Beer fronst en slaat zijn armen over elkaar. “Per ongeluk? Je moet beter opletten, Kleine! Dit is een kostbaar boek en jij maakt het kapot!”

Kleine Beer voelt tranen in zijn ogen prikken. Hij had het niet expres gedaan…

Hij rent naar buiten, de regen in, en loopt snel naar Huisje Hier, waar Zachte Beer net thee aan het zetten is.

Zachte Beer ziet meteen dat Kleine Beer verdrietig is. “Wat is er, Kleine Beer?” vraagt zij zachtjes.

 

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer haalt diep adem en vertelt over het boek en hoe hij een bladzijde had gescheurd. “Harde Beer werd boos… en nu voel ik me heel stom.”

Zachte Beer zet een warme mok thee voor Kleine Beer neer en knielt bij hem neer. “Weet je, iedereen maakt weleens een fout, Kleine Beer. Dat betekent niet dat jij stom bent.”

Kleine Beer snuift. “Maar het was een speciaal boek… En nu is het kapot.”

“Misschien is het beschadigd, maar dat betekent niet dat het onherstelbaar is,” glimlacht Zachte Beer. Hij loopt naar een kast en haalt een rolletje plakband tevoorschijn.

Voorzichtig pakt hij een oud boek uit zijn eigen kast, dat hier en daar wat plakbandrandjes heeft. “Zie je? Boeken kunnen gerepareerd worden. Net als fouten.”

Kleine Beer kijkt verbaasd. “Dus… ik kan het goedmaken?”

“Tuurlijk,” knikt Zachte Beer. “En het helpt als je eerlijk vertelt dat je het niet expres hebt gedaan.”

Met een klein beetje meer moed loopt Kleine Beer terug naar Huisje Daar. Harde Beer zit nog steeds met het boek in zijn poot.

“Harde Beer…” begint Kleine Beer voorzichtig. “Het spijt me echt dat ik de bladzijde heb gescheurd. Ik had beter moeten opletten. Maar… misschien kunnen we het samen repareren?”

Harde Beer bromt iets onverstaanbaars, maar kijkt naar de plakbandrol in Kleine Beers poot. Na een ongemakkelijke stilte volgt “Nou ja… vooruit dan maar, als jij het doet,”. Uiteindelijk.

Voorzichtig plakt Kleine Beer de bladzijde weer vast. Het boek is niet meer perfect, maar het verhaal is nog steeds hetzelfde.

Kleine Beer voelt zich opgelucht. Hij heeft geleerd dat eerlijk zijn belangrijker is dan bang zijn voor fouten. En dat zelfs gescheurde dingen, net als gevoelens, altijd een beetje te repareren zijn, ook als hij het alleen moet doen.

Geplaatst op 2 reacties

Het verhaal van te veel cadeautjes

Kleine Beer in speelgoedwinkel

Kleine Beer zit in Huisje Daar met Harde Beer. Vandaag is het een speciale dag, want Harde Beer heeft besloten om Kleine Beer te verwennen. Gewoon, omdat het kan!

“Wat wil je doen vandaag, Kleine?” vraagt Harde Beer met een grote glimlach.

“Ik wil graag naar het park,” zegt Kleine Beer enthousiast.

“Nee, nee, we gaan iets veel leukers doen!” Harde Beer neemt Kleine Beer mee naar de speelgoedwinkel. Ze lopen langs rijen en rijen speelgoed, en Harde Beer begint alles aan te wijzen. “Wat denk je van deze auto? En deze pop? Of misschien deze blokken?”

Kleine Beer in speelgoedwinkel

 

Kleine Beer voelt zich overweldigd. “Maar ik heb al veel speelgoed, Harde Beer.”

“Dat maakt niet uit, Kleine! Vandaag krijg je alles wat je wilt!” Harde Beer begint speelgoed in een winkelkarretje te gooien. Auto’s, poppen, puzzels, bouwsets, het houdt niet op.

Kleine Beer kijkt naar de stapel speelgoed en voelt zich een beetje ongemakkelijk. “Dank je wel, Harde Beer,” zegt hij zachtjes.

“Je verdient het allemaal, Kleine! Zachte Beer zou je dit nooit geven! Nee toch, hé, Kleine Beer?” zegt Harde Beer met een grijns.

Ze gaan naar Huisje Daar met meer speelgoed dan ze kunnen dragen. Kleine Beer weet niet goed waar eerst te beginnen.

Een tijdje later is Kleine Beer bij Zachte Beer in Huisje Hier. Zachte Beer merkt meteen dat Kleine Beer stil en een beetje verdrietig is.

“Wat is er, Kleine Beer?” vraagt Zachte Beer zachtjes.

Kleine Beer haalt diep adem en vertelt over de speelgoedwinkel. “Harde Beer wilde niet met me naar het park. En daarna heeft Harde Beer me zoveel speelgoed gegeven, maar hij zei ook dat jij dat nooit zou doen.”

Zachte Beer knielt neer en kijkt Kleine Beer recht in de ogen. “Mijn klein Beertje toch, veel speelgoed gaan kopen kan leuk zijn, maar het gaat niet om de hoeveelheid. Je zal altijd genoeg speelgoed hebben om je te amuseren, daar zorg ik voor!

Wat Zachte Beer erg belangrijk vindt, is dat je gelukkig bent en dat je weet dat je geliefd bent, ongeacht hoeveel speelgoed je hebt.”

Kleine Beer knikt langzaam. “Ik voelde me een beetje verdrietig toen Harde Beer dat zei.”

Zachte Beer glimlacht en geeft Kleine Beer een knuffel. “Je mag me altijd vertellen hoe je je voelt. Ik begrijp dat het raar is, niet blij zijn met al dat speelgoed. Soms overdrijft Harde Beer met zijn cadeautjes en vergeet gewoon leuke dingen te doen. Vergeet niet, Kleine Beer, daar gaat het om.

Grenzen aangeven:

  1. Hoe denk je dat Kleine Beer zich voelde toen hij al dat speelgoed kreeg?
  2. Vind je het gezond om altijd te krijgen wat je wilt, zoals bij het speelgoed? Waarom wel of niet?
  3. Denk je dat het belangrijk is hoe Harde Beer zijn aandacht en cadeaus geeft aan Kleine Beer?

Zelfinzicht:

  1. Wat zou er gebeuren als Kleine Beer zelf mocht kiezen wat hij echt wilde doen?
  2. Waarom doen de vele cadeautjes Kleine Beer niet veel?
  3. Heb je soms het gevoel dat anderen proberen je gelukkig te maken op een manier die jij niet echt wilt?

Emotionele veerkracht:

  1. Hoe voelde Kleine Beer zich toen hij zoveel speelgoed kreeg maar niet naar het park mocht?
  2. Heb je ooit gemerkt dat iemand anders denkt dat ze weten wat het beste voor jou is, maar dat voelt niet goed voor jou? Wat deed je toen?
  3. Wat vind je van de manier waarop Zachte Beer luisterde naar Kleine Beer’s gevoelens? Hoe zou jij je voelen als iemand echt naar jou luistert?
Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van het museum

Beren in het museum

Kleine Beer en Harde Beer gaan samen naar het museum. Ze maken er een dagje van, Harde Beer wilt graag gaan kijken naar een nieuwe tentoonstelling. Kleine Beer is erg benieuwd, hij is nog nooit naar een tentoonstelling in een museum geweest.

Ze lopen samen het mooie, grote gebouw binnen, langs een enorme poort. Kleine Beer is een beetje onder de indruk. Wat een hal! Het is duidelijk een heel groot museum.

“Goed, Kleine, volg me, dan gaan we naar de schilderijen kijken!” geeft Harde Beer instructie.

Kleine Beer geeft hem een stevig pootje en Harde Beer loopt met hem een lange gang met beelden door. Ze blinken. Kleine Beer denkt bij zichzelf “Die worden mooi gepoetst, die zullen niet snel kapot gaan.” Hij gniffelt bij zichzelf en denkt even aan Zachte Beer.

Ze komen aan in een grote kamer, met overal waar je kijkt schilderijen. Grote en kleine schilderijen door elkaar, sommigen met dieren op, sommige met landschappen en nog anderen met vreemde figuren. Er zijn er hele kleurrijke bij, met de felste kleuren die Kleine Beer zich kan bedenken en anderen lijken wel in één kleur geschilderd.

Er is zoveel om naar te kijken, maar Harde Beer doet teken om hem te volgen en gaat naar één klein schilderijtje. Hij gaat op een afstandje staan en kijkt heel intens naar dat schilderij. Kleine Beer kan er niets van maken, het is een beetje een vreemd schilderij, met allemaal gekleurde vlakken die niet echt iets voorstellen.

Hij kijkt vragend naar Harde Beer.

“Dit is nu kunst, Kleine. Zie je die lijnen, de kleuren die de kunstenaar gebruikt heeft? Is het niet prachtig?”.  Harde Beer is enthousiast, Kleine Beer merkt het aan alles.

“Wat zie jij erin, Kleine?” vraagt Harde Beer.

 

Beren in het museum

Kleine Beer denkt hard na. Hij vindt het niet echt een mooi schilderij en weet niet goed wat hij moet zeggen. Harde Beer is er zo enthousiast over. “Ik weet het niet zo goed. De kleuren zijn wel mooi.”

“Ja he, ze zijn prachtig! Ik vind het geweldig mooi! Het schilderij lijkt me een heel verhaal te vertellen.” Harde Beer gaat wat dichter bij het schilderij staan en bekijkt het weer intens.

Kleine Beer begint naar andere schilderijen te kijken en ziet er enkele die hij echt mooi vindt. “Ik ga even naar die schilderijen kijken, is dat goed Harde Beer?” vraagt hij , wijzend naar wat hij wil gaan bekijken. “ Ja hoor, is goed”.

Kleine Beer gaat de kamer rond, hij is blij dat ze samen naar het museum zijn gekomen. Hij kan zien dat Harde Beer geniet van al die mooie kunstwerken. Als Kleine Beer alle schilderijen in de kamer heeft bekeken, gaat hij terug naar Harde Beer. Die staat nog steeds aan het kleine schilderijtje. “Ben je daar weer?”

“Ja hoor, Harde Beer, ik vind het een leuk museum!”

“Ja he. Ik blijf fan van dit werkje. Het is zo groot, ook al is het maar klein.”

Kleine Beer snapt er niet veel van. Hij is nog klein, het zal daar wel aan liggen.

“Gaan we buiten picknicken, Harde Beer? Ik krijg een beetje honger.”

“Goed dan, Kleine.” En ze wandelen samen het museum uit en gaan picnicken op een bankje.

Kleine Beer heeft ervan genoten, het museum was prachtig, maar hij mistte Harde Beer wel een beetje doorheen de dag. Maar ook Harde Beer had genoten. Een fijne dag!