Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van samen bouwen

Kleine Beer zat op de vloer van Huisje Hier, omringd door een berg blokken. Hij stapelde ze zorgvuldig op elkaar, zijn tong een beetje uit zijn mond van concentratie. Reuze Beer, zijn grote broer, zat een stukje verder en werkte aan zijn eigen bouwproject. Hij maakte een indrukwekkende toren met bruggen en poortjes.

“Wat bouwen jullie mooi!” zei Zachte Beer, die even binnen was gekomen. “Jullie zijn allebei zo creatief.”

Kleine Beer glimlachte trots en keek op naar Reuze Beer. Maar voordat Reuze Beer iets kon zeggen, klonk de stem van Harde Beer.

“Kleine Beer, dat is een prachtige toren!” zei hij luid. “Jij bouwt echt goed. Wat een doorzetter ben jij.”

Kleine Beer voelde zich warm vanbinnen, maar toen keek hij naar Reuze Beer. Zijn grote broer had ook iets moois gebouwd, maar Harde Beer zei er niets over.

Reuze Beer keek op en trok een wenkbrauw op. “En mijn toren dan?” vroeg hij. “Ik heb ook hard gewerkt.”

Harde Beer snoof en zette zijn poten stevig op de grond. “Op jouw leeftijd bouwde ik véél hoger en beter,” gromde hij. “Jij kan toch niks.” Zijn stem was scherp en zwaar.

Kleine Beer voelde zijn buik samenknijpen. Hij zag hoe Reuze Beer zijn oren een beetje liet hangen. Zijn grote broer keek weg, alsof hij zich ineens veel kleiner voelde.

Kleine Beer stond op en liep naar Reuze Beer toe. Hij raakte voorzichtig zijn poot aan. “Jouw toren is ook heel mooi,” zei hij zacht. “Wil je samen bouwen? Gewoon voor het plezier?”

Reuze Beer keek op en glimlachte flauwtjes. “Samen bouwen?” vroeg hij.

Kleine Beer knikte enthousiast. “Ja! Dan maken we de grootste en mooiste toren ooit. Niet om te winnen, maar gewoon omdat het leuk is.”

Reuze Beer keek naar zijn toren, toen naar die van Kleine Beer, en knikte. “Dat klinkt goed.”

Samen begonnen ze de blokken op elkaar te zetten, bruggen te maken en een grote ingang te bouwen. Zachte Beer keek tevreden toe.

Harde Beer keek even op, maar zei niets. Hij bromde iets onverstaanbaars en liep naar buiten.

Binnen lachten Kleine Beer en Reuze Beer terwijl hun toren groeide. En deze keer ging het niet om wie het beste was, maar gewoon om samen iets moois te maken.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de gezinswandeling

Harde Beer heeft een nieuwe vriendin, Gloria Beer. En die heeft een dochtertje, Nova Beer. Gloria Beer zegt: “Het is zo mooi weer, laten we gaan wandelen!”

Een beetje later vertrekken ze allemaal: Kleine Beer, Harde Beer, Gloria Beer en Nova Beer maken, richting het bos. De zon schijnt door de bladeren en vogels zingen vrolijk. Kleine Beer vindt het fijn om buiten te zijn.

“Nova Beer, wat wandel jij toch flink!” zegt Gloria Beer trots. “Jij bent echt een doorzettertje.”

Harde Beer knikt. “Inderdaad! Kijk eens hoe goed Nova Beer het doet!”

Nova Beer lacht blij en huppelt nog een stukje verder.

Kleine Beer wandelt ook dapper door. Hij voelt zijn pootjes een beetje moe worden, maar hij zegt niets. Hij heeft ook flink gewandeld, toch?

“Harde Beer, ik heb ook goed gewandeld, hè?” vraagt Kleine Beer voorzichtig.

Harde Beer kijkt kort opzij en haalt zijn schouders op. “Jij bent al groot, Kleine Beer. Dat hoort zo.”

Kleine Beer voelt iets knagen in zijn buik. Maar… hij vindt het óók fijn om te horen dat hij iets goed doet. Waarom krijgt Nova Beer wel een compliment en hij niet?

Gloria Beer leunt iets dichter naar hem toe en fluistert: “Harde Beer bedoelt dat goed hoor, jij moet gewoon niet zo hengelen achter complimentjes.”

Kleine Beer knikt stilletjes, maar vanbinnen voelt het niet eerlijk. Hij vraagt zich af waarom hij altijd zo flink moet zijn, terwijl anderen wél mogen horen dat ze iets goed doen.

Een paar dagen later, als Kleine Beer thuis is bij Zachte Beer, vertelt hij over zijn gevoel.

“Het voelde niet fijn,” zegt Kleine Beer zachtjes. “Ik had het gevoel dat ik onzichtbaar was.”

Zachte Beer trekt hem in een warme knuffel. “Je gevoelens zijn belangrijk, Kleine Beer. Iedereen heeft weleens behoefte aan waardering, ook jij. Dat is heel normaal.”

Kleine Beer knikt langzaam.

“En weet je wat?” zegt Zachte Beer. “Ik zag je vanochtend vertrekken en ik weet hoe flink je gewandeld hebt. Ik ben trots op jou.”

Kleine Beer voelt iets warms in zijn buik. Hij glimlacht. Misschien had Harde Beer het niet gezegd, maar gelukkig wist Zachte Beer precies wat hij nodig had.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Het verhaal van het gescheurde boek

Op een regenachtige middag zit Kleine Beer in Huisje Daar bij Harde Beer. De dikke regendruppels tikken tegen het raam en Kleine Beer verveelt zich.

“Wat gaan we doen, Harde Beer?” vraagt hij.

Harde Beer bladert door zijn boekenkast en trekt een prachtig oud boek tevoorschijn. “Hier, dit is een geweldig boek! Je mag het lezen, maar wees er heel voorzichtig mee, want het is zeldzaam.”

Kleine Beer neemt het boek voorzichtig aan. Het heeft een leren kaft en glimmende gouden letters op de voorkant. Hij voelt zich trots dat Harde Beer hem vertrouwt met zo’n bijzonder boek.

Hij nestelt zich in een hoekje en begint te lezen. Het is een spannend verhaal over een dappere ridder en een draak. Hij slaat snel de bladzijden om, helemaal in het verhaal verzonken. Maar dan gebeurt het…

Krraaaak!

Kleine Beer schrikt. Hij kijkt naar het boek in zijn poten en ziet tot zijn schrik dat een van de bladzijden is gescheurd! Zijn hart bonkt in zijn borst. Wat moet hij doen? Harde Beer had gezegd dat het boek zeldzaam was.

Misschien merkt Harde Beer het niet als hij het boek snel teruglegt? Maar dat voelt niet goed… Toch durft hij het niet te vertellen. Hij blijft zitten, alsof hij in een steen is veranderd.

Een tijdje later komt Harde Beer binnen. “En? Hoe vond je het boek?”

Kleine Beer slikt en schuift het boek langzaam terug naar Harde Beer. “Het was heel mooi,” zegt hij zachtjes.

Harde Beer pakt het boek op en bladert erdoorheen. Opeens blijft hij stil staan. Zijn ogen vernauwen zich.

“Kleine Beer… heb jij deze bladzijde gescheurd?”

Kleine Beers hart bonkt nog harder. “Eh… misschien een beetje per ongeluk…” fluistert hij.

Harde Beer fronst en slaat zijn armen over elkaar. “Per ongeluk? Je moet beter opletten, Kleine! Dit is een kostbaar boek en jij maakt het kapot!”

Kleine Beer voelt tranen in zijn ogen prikken. Hij had het niet expres gedaan…

Hij rent naar buiten, de regen in, en loopt snel naar Huisje Hier, waar Zachte Beer net thee aan het zetten is.

Zachte Beer ziet meteen dat Kleine Beer verdrietig is. “Wat is er, Kleine Beer?” vraagt zij zachtjes.

 

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer haalt diep adem en vertelt over het boek en hoe hij een bladzijde had gescheurd. “Harde Beer werd boos… en nu voel ik me heel stom.”

Zachte Beer zet een warme mok thee voor Kleine Beer neer en knielt bij hem neer. “Weet je, iedereen maakt weleens een fout, Kleine Beer. Dat betekent niet dat jij stom bent.”

Kleine Beer snuift. “Maar het was een speciaal boek… En nu is het kapot.”

“Misschien is het beschadigd, maar dat betekent niet dat het onherstelbaar is,” glimlacht Zachte Beer. Hij loopt naar een kast en haalt een rolletje plakband tevoorschijn.

Voorzichtig pakt hij een oud boek uit zijn eigen kast, dat hier en daar wat plakbandrandjes heeft. “Zie je? Boeken kunnen gerepareerd worden. Net als fouten.”

Kleine Beer kijkt verbaasd. “Dus… ik kan het goedmaken?”

“Tuurlijk,” knikt Zachte Beer. “En het helpt als je eerlijk vertelt dat je het niet expres hebt gedaan.”

Met een klein beetje meer moed loopt Kleine Beer terug naar Huisje Daar. Harde Beer zit nog steeds met het boek in zijn poot.

“Harde Beer…” begint Kleine Beer voorzichtig. “Het spijt me echt dat ik de bladzijde heb gescheurd. Ik had beter moeten opletten. Maar… misschien kunnen we het samen repareren?”

Harde Beer bromt iets onverstaanbaars, maar kijkt naar de plakbandrol in Kleine Beers poot. Na een ongemakkelijke stilte volgt “Nou ja… vooruit dan maar, als jij het doet,”. Uiteindelijk.

Voorzichtig plakt Kleine Beer de bladzijde weer vast. Het boek is niet meer perfect, maar het verhaal is nog steeds hetzelfde.

Kleine Beer voelt zich opgelucht. Hij heeft geleerd dat eerlijk zijn belangrijker is dan bang zijn voor fouten. En dat zelfs gescheurde dingen, net als gevoelens, altijd een beetje te repareren zijn, ook als hij het alleen moet doen.