Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de gebroken fotokader

Het was een rustige middag in Huisje Hier. Kleine Beer speelde met zijn blokken toen zijn grote broer, Reuze Beer, binnenstormde. Reuze Beer was altijd vol energie en soms een beetje wild.

“Kijk eens, Kleine Beer!” riep Reuze Beer. “Ik heb een nieuwe truc geleerd!” Voor Kleine Beer iets kon zeggen, sprong Reuze Beer op de bank en deed een grote sprong naar de tafel. Maar krak! Reuze Beer stootte per ongeluk het mooie fotolijstje van de tafel. Het viel op de grond en brak in stukjes.

Op dat moment kwam Harde Beer de kamer binnen. Zijn ogen werden groot toen hij het kapotte lijstje zag.

“Wat is hier gebeurd?” vroeg Harde Beer streng.

Kleine Beer wilde net uitleggen wat er was gebeurd, maar Harde Beer wees meteen naar hem. “Kleine Beer! Jij had Reuze Beer niet moeten uitdagen om zijn truc te laten zien. Je hebt het uitgelokt!”

Kleine Beer voelde zich verward en verdrietig. “Maar… ik heb niks gezegd,” fluisterde hij zachtjes.

Harde Beer zuchtte diep. “Je weet dat je Reuze Beer soms overenthousiast maakt. Je had beter moeten weten.” En zonder verder iets te zeggen, begon Harde Beer het kapotte lijstje op te ruimen.

Later die dag zat Kleine Beer stil met Zachte Beer in de tuin.

“Wat is er Kleine Beer?” vroeg Zachte Beer. Ze klonk bezorgd.

Kleine Beer vertelde alles over het gebroken fotolijstje en hoe Harde Beer boos was geworden. “Maar ik had niets gedaan! Toch zei Harde Beer dat het mijn schuld was.”

Zachte Beer knikte begrijpend en gaf Kleine Beer een knuffel. “Dat klinkt heel oneerlijk. Soms leggen anderen de schuld bij iemand anders, zelfs als weten ze niet wat er echt gebeurd is. Het is goed om op te komen voor jezelf als je iets onrechtvaardig vindt. Ik geloof dat jij de fotokader niet hebt gebroken. “

Kleine Beer voelde zich een beetje beter. “Dank je, Zachte Beer.”

Samen gingen ze wat bloemen plukken in de tuin. En Zachte Beer fluisterde: “Wat er ook gebeurt, je mag altijd eerlijk vertellen wat jij ervaren hebt. Je moet niet twijfelen aan wat er gebeurd is.”

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van Nova Beer

Kleine Beer is in Huisje Daar bij Harde Beer. Vandaag is het anders dan anders, want Gloria Beer, de nieuwe partner van Harde Beer, is er ook. En zij heeft haar dochtertje bij zich: Nova Beer.

“We gaan een leuke dag hebben!” zegt Harde Beer vrolijk. “Nova mag ook blijven logeren!”

Kleine Beer knikt voorzichtig. Hij vindt Nova soms wel leuk, maar hij kent haar nog niet goed.

In de middag gaan ze naar het bos. Kleine Beer wil net zeggen dat hij naar de beek wil wandelen, maar Nova onderbreekt hem en roept snel: “Laten we naar de grote heuvel gaan! Dat is ZO leuk.”

“Wat een goed idee, Nova!” zegt Harde Beer meteen. Gloria Beer knikt tevreden. Niemand vraagt aan Kleine Beer wat hij graag zou willen. “De heuvel is ook wel tof.” denkt Kleine Beer

Later bij de picknick begint Kleine Beer te vertellen over de vogels die hij zag, maar Nova praat erdoorheen over hoe goed zij kan klimmen. Gloria Beer en Harde Beer lachen en luisteren aandachtig naar Nova. Kleine Beer voelt een brok in zijn keel.

’s Avonds thuis in Huisje Daar vraagt Gloria Beer wat Nova wil eten. “Mijn lievelingstaart!” roept Nova. Harde Beer staat meteen op. “Natuurlijk, we halen jouw favoriete taart!” zegt hij enthousiast. Kleine Beer zegt niets, maar hij had gehoopt op zijn favoriete koekjes. Maar iedereen is zo blij met het voorstel van Nova, dat hij maar zwijgt.

Wanneer Kleine Beer later terug is in Huisje Hier bij Zachte Beer, vertelt hij alles. “Iedereen luisterde naar Nova en niemand vroeg wat ík leuk vond,” zegt hij zacht.

Zachte Beer trekt Kleine Beer dicht tegen zich aan. “Dat klinkt alsof je je niet gehoord voelde,” zegt Zachte Beer warm.

Kleine Beer knikt. “Het was alsof ik er niet bij hoorde.”

“Dat is heel verdrietig, Kleine Beer. Jij mag er altijd zijn. Soms letten grote beren niet goed op, zeker als ze druk bezig zijn met nieuwe mensen om hen heen. Maar jouw stem is net zo belangrijk als die van Nova.”

Kleine Beer glimlacht een beetje. “Mag ik dan nu mijn verhaal over de vogels vertellen?”

“Dat wil ik heel graag horen,” zegt Zachte Beer. En zo luistert Zachte Beer met volle aandacht.


Reflectievragen:

  • Hoe voelde Kleine Beer zich toen Harde Beer en Gloria Beer vooral naar Nova luisterden?
  • Wat zou jij doen als jij je niet gehoord voelde?
  • Waarom is het belangrijk dat iedereen zich gehoord voelt, zoals Zachte Beer deed bij Kleine Beer?
Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de vermiste sleutel

Emotieregulatie en narcisme

Kleine Beer zat rustig in Huisje Daar toen Harde Beer plotseling boos binnenstormde. Zijn snuit stond op onweer en zijn poten balden zich tot vuisten.

“Kleine Beer, het is vreselijk!” riep Harde Beer dramatisch.

Emotieregulatie en narcisme

 

Kleine Beer schrok op. “Wat is er, Harde Beer?”

“Ik ben mijn sleutel kwijt! Mijn sleutel van mijn kist met belangrijke spullen! Dit is echt een ramp!” Harde Beer sloeg met zijn poot op tafel.

Kleine Beer keek bezorgd. “Oh nee… waar heb je hem voor het laatst gezien?”

“Als ik dat wist, zou hij niet kwijt zijn!” brulde Harde Beer. “En nu voel ik me vreselijk! Dit is zo oneerlijk! Ik word hier gek van!”

Kleine Beer voelde hoe de woede van Harde Beer als een donderwolk over hem heen kwam. Hij wilde helpen, maar hij wist niet hoe. Hij had die sleutel niet kwijtgemaakt, en hij kon hem ook niet zomaar terugvinden.

“Misschien kunnen we samen zoeken?” probeerde Kleine Beer voorzichtig.

“Dat helpt toch niet!” snauwde Harde Beer. “Ik weet zeker dat iemand hem heeft gepakt! Misschien heb jij hem wel per ongeluk ergens neergelegd!”

Kleine Beer voelde zich ongemakkelijk. “Nee, ik heb hem niet gezien, Harde Beer…”

“Nou, ik voel me gewoon rot, en ik weet niet wat ik ermee moet!” Harde Beer plofte neer op een stoel en zuchtte diep.

Kleine Beer wist even niet wat te zeggen. Hij wilde iets doen, maar hij kon het probleem niet oplossen. En al die frustratie van Harde Beer voelde zwaar.

Later, in Huisje Hier, vertelde Kleine Beer aan Zachte Beer wat er gebeurd was.

“Harde Beer was zo boos, en hij maakte het mijn probleem. Maar ik kon er niks aan doen,” zei Kleine Beer zacht.

Zachte Beer knikte begrijpend. “Soms, Kleine Beer, als iemand zich erg gefrustreerd voelt, gooien ze dat op anderen. Maar dat betekent niet dat jij het moet dragen. Jij bent niet verantwoordelijk voor Harde Beers gevoel.”

Kleine Beer dacht na. “Maar wat moet ik dan doen als hij zo doet?”

“Je mag luisteren en aardig zijn, maar je hoeft het niet op te lossen. Soms moet iemand zelf leren omgaan met zijn eigen gevoel,” zei Zachte Beer.

Kleine Beer voelde zich opgelucht. De volgende keer zou hij zichzelf niet zo schuldig laten voelen als Harde Beer boos was. En misschien, als Harde Beer gekalmeerd was, zou hij zijn sleutel vanzelf weer vinden.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de overbodige wedstrijd

Het was een zonnige dag in het bos. De vogels floten en de bladeren ritselden zachtjes in de wind. Vandaag was een speciale dag, want Harde Beer had een wedstrijd georganiseerd.

“Luister goed!” zei Harde Beer streng. “Vandaag gaan jullie rennen, klimmen en springen. De sterkste en snelste wint!”

Kleine Beer en Reuze Beer keken elkaar aan. Kleine Beer vond rennen en springen leuk, maar hij wilde helemaal niet per se winnen. Reuze Beer knikte vastberaden. Hij wilde bewijzen dat hij groot en sterk was.

De wedstrijd begint

“Op je plaatsen… klaar… af!” riep Harde Beer.

Reuze Beer schoot vooruit. Hij rende zo snel als hij kon over het bospad. Kleine Beer deed ook zijn best, maar hij genoot meer van de wind die door zijn vacht waaide en de blaadjes die knisperden onder zijn pootjes.

 

Bij de eerste hindernis, een grote boomstam, sprong Kleine Beer er soepel overheen. Reuze Beer sprong ook, maar hij schatte de afstand verkeerd en struikelde.

“Sta op! Je bent groot, je moet winnen!” riep Harde Beer ongeduldig.

Reuze Beer krabbelde overeind, maar hij voelde de druk. Wat als hij niet won? Wat als Harde Beer hem dan zwak zou vinden?

Een onverwachte wending

Bij de klim naar een hoge rotsrand was Kleine Beer eerst boven. Hij keek achterom en zag dat Reuze Beer moeite had met de grip op de gladde stenen.

“Kom op, Reuze Beer!” riep Kleine Beer vrolijk. “Je kunt het!”

Reuze Beer keek verbaasd. Kleine Beer was zijn tegenstander, toch? Waarom moedigde hij hem dan aan?

Langzaam klom hij verder, met Kleine Beer die hem tips gaf: “Zet je poot hier… en duw je af daar!”

Samen bereikten ze de top. Zachte Beer stond daar al te wachten en glimlachte trots. “Wat een geweldig teamwork!”

De uitslag

Beneden stond Harde Beer met zijn poten over elkaar. “Wat een zwakke wedstrijd,” bromde hij. “Reuze Beer, je bent groot en sterk! Waarom heb je niet gewonnen? Kleine Beer heeft je zelfs geholpen!”

Reuze Beer keek naar de grond. Hij voelde zich even klein, ondanks zijn grote lijf.

Kleine Beer keek naar Harde Beer en toen naar zijn broer. “Maar het was leuk,” zei hij. “En we hebben samen een mooie wedstrijd gehad.”

Zachte Beer knikte. “Soms is samen sterker dan alleen maar groot zijn.”

Reuze Beer glimlachte en sloeg een poot om Kleine Beer heen. “Volgende keer doen we gewoon weer samen,” zei hij.

En zo liepen ze samen verder, lachend, zonder winnaars of verliezers—alleen twee broers die plezier hadden.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van samen bouwen

Kleine Beer zat op de vloer van Huisje Hier, omringd door een berg blokken. Hij stapelde ze zorgvuldig op elkaar, zijn tong een beetje uit zijn mond van concentratie. Reuze Beer, zijn grote broer, zat een stukje verder en werkte aan zijn eigen bouwproject. Hij maakte een indrukwekkende toren met bruggen en poortjes.

“Wat bouwen jullie mooi!” zei Zachte Beer, die even binnen was gekomen. “Jullie zijn allebei zo creatief.”

Kleine Beer glimlachte trots en keek op naar Reuze Beer. Maar voordat Reuze Beer iets kon zeggen, klonk de stem van Harde Beer.

“Kleine Beer, dat is een prachtige toren!” zei hij luid. “Jij bouwt echt goed. Wat een doorzetter ben jij.”

Kleine Beer voelde zich warm vanbinnen, maar toen keek hij naar Reuze Beer. Zijn grote broer had ook iets moois gebouwd, maar Harde Beer zei er niets over.

Reuze Beer keek op en trok een wenkbrauw op. “En mijn toren dan?” vroeg hij. “Ik heb ook hard gewerkt.”

Harde Beer snoof en zette zijn poten stevig op de grond. “Op jouw leeftijd bouwde ik véél hoger en beter,” gromde hij. “Jij kan toch niks.” Zijn stem was scherp en zwaar.

Kleine Beer voelde zijn buik samenknijpen. Hij zag hoe Reuze Beer zijn oren een beetje liet hangen. Zijn grote broer keek weg, alsof hij zich ineens veel kleiner voelde.

Kleine Beer stond op en liep naar Reuze Beer toe. Hij raakte voorzichtig zijn poot aan. “Jouw toren is ook heel mooi,” zei hij zacht. “Wil je samen bouwen? Gewoon voor het plezier?”

Reuze Beer keek op en glimlachte flauwtjes. “Samen bouwen?” vroeg hij.

Kleine Beer knikte enthousiast. “Ja! Dan maken we de grootste en mooiste toren ooit. Niet om te winnen, maar gewoon omdat het leuk is.”

Reuze Beer keek naar zijn toren, toen naar die van Kleine Beer, en knikte. “Dat klinkt goed.”

Samen begonnen ze de blokken op elkaar te zetten, bruggen te maken en een grote ingang te bouwen. Zachte Beer keek tevreden toe.

Harde Beer keek even op, maar zei niets. Hij bromde iets onverstaanbaars en liep naar buiten.

Binnen lachten Kleine Beer en Reuze Beer terwijl hun toren groeide. En deze keer ging het niet om wie het beste was, maar gewoon om samen iets moois te maken.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de gezinswandeling

Harde Beer heeft een nieuwe vriendin, Gloria Beer. En die heeft een dochtertje, Nova Beer. Gloria Beer zegt: “Het is zo mooi weer, laten we gaan wandelen!”

Een beetje later vertrekken ze allemaal: Kleine Beer, Harde Beer, Gloria Beer en Nova Beer maken, richting het bos. De zon schijnt door de bladeren en vogels zingen vrolijk. Kleine Beer vindt het fijn om buiten te zijn.

“Nova Beer, wat wandel jij toch flink!” zegt Gloria Beer trots. “Jij bent echt een doorzettertje.”

Harde Beer knikt. “Inderdaad! Kijk eens hoe goed Nova Beer het doet!”

Nova Beer lacht blij en huppelt nog een stukje verder.

Kleine Beer wandelt ook dapper door. Hij voelt zijn pootjes een beetje moe worden, maar hij zegt niets. Hij heeft ook flink gewandeld, toch?

“Harde Beer, ik heb ook goed gewandeld, hè?” vraagt Kleine Beer voorzichtig.

Harde Beer kijkt kort opzij en haalt zijn schouders op. “Jij bent al groot, Kleine Beer. Dat hoort zo.”

Kleine Beer voelt iets knagen in zijn buik. Maar… hij vindt het óók fijn om te horen dat hij iets goed doet. Waarom krijgt Nova Beer wel een compliment en hij niet?

Gloria Beer leunt iets dichter naar hem toe en fluistert: “Harde Beer bedoelt dat goed hoor, jij moet gewoon niet zo hengelen achter complimentjes.”

Kleine Beer knikt stilletjes, maar vanbinnen voelt het niet eerlijk. Hij vraagt zich af waarom hij altijd zo flink moet zijn, terwijl anderen wél mogen horen dat ze iets goed doen.

Een paar dagen later, als Kleine Beer thuis is bij Zachte Beer, vertelt hij over zijn gevoel.

“Het voelde niet fijn,” zegt Kleine Beer zachtjes. “Ik had het gevoel dat ik onzichtbaar was.”

Zachte Beer trekt hem in een warme knuffel. “Je gevoelens zijn belangrijk, Kleine Beer. Iedereen heeft weleens behoefte aan waardering, ook jij. Dat is heel normaal.”

Kleine Beer knikt langzaam.

“En weet je wat?” zegt Zachte Beer. “Ik zag je vanochtend vertrekken en ik weet hoe flink je gewandeld hebt. Ik ben trots op jou.”

Kleine Beer voelt iets warms in zijn buik. Hij glimlacht. Misschien had Harde Beer het niet gezegd, maar gelukkig wist Zachte Beer precies wat hij nodig had.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de laatste valentijn

Het verhaal van de laatste valentijn

Zachte Beer had haar best gedaan. De tafel was prachtig gedekt met een wit kleed, zachte kaarsjes flakkerden in het schemerlicht en de geur van versgebakken brood vulde de kamer. Ze had een heerlijke maaltijd gemaakt: warme groentesoep, versgebakken brood met honing en een stuk frambozentaart als toetje. Dit was een avond om iets bijzonders te vieren. Een avond om stil te staan bij elkaar.

Toen Harde Beer binnenkwam, keek hij vluchtig naar de tafel en plofte neer op zijn stoel. “Eindelijk eten,” mompelde hij terwijl hij zijn bord vol schepte, zonder echt rond te kijken.

Zachte Beer glimlachte naar hem, hoopvol. “Ik dacht dat het fijn zou zijn om een speciale avond samen te hebben,” zei ze zacht.

Harde Beer haalde zijn schouders op en pakte zijn lepel. “Al dat gedoe met Valentijn… onzin toch? Liefde laat je niet zien met een diner.” Hij nam een hap soep en pakte vervolgens zijn telefoon, scrollend door berichten.

Zachte Beer keek naar hem, haar glimlach vervaagde langzaam. “Het gaat niet alleen om het diner, Harde Beer. Het gaat om aandacht voor elkaar, even echt samen zijn.”

Harde Beer bromde iets onverstaanbaars en lachte om iets wat hij op zijn scherm zag. Hij reageerde op een bericht en schudde zijn hoofd. “Ja, ja, gezellig hoor,” mompelde hij, zonder op te kijken.

Zachte Beer nam een slok van haar thee en keek naar de flikkerende kaarsen. Ze had zich deze avond anders voorgesteld. Ze had gedacht dat ze samen zouden praten, herinneringen zouden ophalen, misschien zelfs een beetje lachen. Maar Harde Beer leek niet eens te merken hoe veel moeite ze had gedaan.

“Als je liefde niet laat zien, hoe weet iemand dan dat het er is?” vroeg ze zacht, haar stem warm maar doordringend.

Harde Beer keek even op en trok een wenkbrauw op. “Jij weet toch wel dat ik hier ben? Dat is toch genoeg?”

Zachte Beer glimlachte zwakjes. “Aanwezig zijn is niet hetzelfde als er écht zijn, Harde Beer.”

Harde Beer zuchtte, legde zijn telefoon weg en at verder zonder iets te zeggen.

De stilte vulde de ruimte. Zachte Beer at een paar happen, maar het smaakte haar minder dan ze had gehoopt. Dit had een avond moeten zijn waarop ze dichter bij elkaar kwamen, maar in plaats daarvan voelde de afstand tussen hen groter dan ooit.

Toen Harde Beer zijn laatste hap had genomen, schoof hij zijn bord van zich af en leunde achterover.

“Misschien kunnen we samen de afwas doen,” stelde Zachte Beer voorzichtig voor. “Dan kunnen we even bijpraten over onze dag.”

Harde Beer keek haar aan alsof ze iets vreemds had gezegd. “Serieus? Ik heb al een hele dag gewerkt, Zachte Beer. Daar heb ik echt geen zin in.”

 

Hij stond op, pakte zijn telefoon en liep zonder nog iets te zeggen de kamer uit.

Zachte Beer bleef achter. Ze keek naar de tafel, naar de lege borden en de uitgebrande kaarsen. Ze wist niet waarom ze had gehoopt dat het anders zou zijn.

Zonder een woord te zeggen, begon ze de borden op te stapelen en naar de keuken te dragen. Ze zette de kraan aan en liet het warme water over haar poten stromen.

Ze zette een rustig muziekje op, iets zachts, iets vertrouwds.

En terwijl de damp van het afwaswater opstoomde en het geluid van het stromende water de stilte vulde, voelde ze een enkele traan over haar kaak rollen.

Kleine Beer lag in zijn bed, maar hij kon niet slapen. Vanuit zijn kamertje in Huisje Hier had hij alles gehoord. De stem van Zachte Beer, hoopvol en vriendelijk. De stem van Harde Beer, kortaf en ongeïnteresseerd. En daarna… stilte.

Voorzichtig kroop hij uit bed en liep op zijn tenen naar de keuken. Hij keek om het hoekje en zag Zachte Beer bij de gootsteen staan. Ze deed de afwas, terwijl het warme licht van de kaarsjes om haar heen flakkerde. Kleine Beer zag de eenzame traan die langzaam over haar wang gleed.

Zijn hartje kneep samen. Hij had Zachte Beer nog nooit zo stil en verdrietig gezien.

Zachte Beer hoorde hem niet toen hij dichterbij kwam. Pas toen hij zachtjes aan haar poot trok, draaide ze zich verrast om.

“Kleine Beer, wat doe jij nog op?” vroeg ze met een zachte stem, terwijl ze haar tranen snel wegveegde.

“Ik hoorde alles,” fluisterde Kleine Beer. “Ik hoorde wat Harde Beer zei.”

Zachte Beer opende haar mond om iets te zeggen, maar sloot hem weer.

Kleine Beer pakte haar poot stevig vast. “Waarom doet Harde Beer zo?” vroeg hij. “Je had zo je best gedaan…”

Zachte Beer glimlachte zwakjes en streek met haar vrije poot over zijn kopje. “Soms, Kleine Beer, zien sommige beren niet hoeveel liefde er in kleine dingen zit. Ze denken dat aanwezig zijn genoeg is, zonder echt te kijken of te luisteren.”

“Dat is niet eerlijk.”

Zachte Beer haalde diep adem en knikte. “Nee, dat is het niet.”

Kleine Beer twijfelde even en vroeg toen: “Ben je boos op hem?”

Zachte Beer keek naar de kaarsjes en schudde haar hoofd. “Nee, ik ben niet boos. Ik ben gewoon… verdrietig.”

Kleine Beer kroop op een stoel en sloeg zijn kleine pootjes om haar heen. “Ik vind dat je het heel mooi had gemaakt, Zachte Beer. Ik vond het speciaal.”

Zachte Beer voelde hoe haar hart warm werd van de omhelzing. Ze sloot haar armen om Kleine Beer heen en drukte haar snuit tegen zijn zachte vacht.

“Dank je, Kleine Beer,” fluisterde ze.

Ze bleven zo even zitten, gewoon samen, zonder woorden.

Toen sprong Kleine Beer van de stoel en pakte een doekje. “Ik ga helpen met afdrogen,” zei hij vastberaden.

Zachte Beer lachte zacht en gaf hem een bord aan. “Dat lijkt me een prachtig idee.”

Samen maakten ze de keuken schoon, terwijl de kaarsjes langzaam verder brandden. De afwas was misschien niet bijzonder, maar het moment samen was dat wel.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Het verhaal van het gescheurde boek

Op een regenachtige middag zit Kleine Beer in Huisje Daar bij Harde Beer. De dikke regendruppels tikken tegen het raam en Kleine Beer verveelt zich.

“Wat gaan we doen, Harde Beer?” vraagt hij.

Harde Beer bladert door zijn boekenkast en trekt een prachtig oud boek tevoorschijn. “Hier, dit is een geweldig boek! Je mag het lezen, maar wees er heel voorzichtig mee, want het is zeldzaam.”

Kleine Beer neemt het boek voorzichtig aan. Het heeft een leren kaft en glimmende gouden letters op de voorkant. Hij voelt zich trots dat Harde Beer hem vertrouwt met zo’n bijzonder boek.

Hij nestelt zich in een hoekje en begint te lezen. Het is een spannend verhaal over een dappere ridder en een draak. Hij slaat snel de bladzijden om, helemaal in het verhaal verzonken. Maar dan gebeurt het…

Krraaaak!

Kleine Beer schrikt. Hij kijkt naar het boek in zijn poten en ziet tot zijn schrik dat een van de bladzijden is gescheurd! Zijn hart bonkt in zijn borst. Wat moet hij doen? Harde Beer had gezegd dat het boek zeldzaam was.

Misschien merkt Harde Beer het niet als hij het boek snel teruglegt? Maar dat voelt niet goed… Toch durft hij het niet te vertellen. Hij blijft zitten, alsof hij in een steen is veranderd.

Een tijdje later komt Harde Beer binnen. “En? Hoe vond je het boek?”

Kleine Beer slikt en schuift het boek langzaam terug naar Harde Beer. “Het was heel mooi,” zegt hij zachtjes.

Harde Beer pakt het boek op en bladert erdoorheen. Opeens blijft hij stil staan. Zijn ogen vernauwen zich.

“Kleine Beer… heb jij deze bladzijde gescheurd?”

Kleine Beers hart bonkt nog harder. “Eh… misschien een beetje per ongeluk…” fluistert hij.

Harde Beer fronst en slaat zijn armen over elkaar. “Per ongeluk? Je moet beter opletten, Kleine! Dit is een kostbaar boek en jij maakt het kapot!”

Kleine Beer voelt tranen in zijn ogen prikken. Hij had het niet expres gedaan…

Hij rent naar buiten, de regen in, en loopt snel naar Huisje Hier, waar Zachte Beer net thee aan het zetten is.

Zachte Beer ziet meteen dat Kleine Beer verdrietig is. “Wat is er, Kleine Beer?” vraagt zij zachtjes.

 

Kleine Beer en het verhaal van het gescheurde boek

Kleine Beer haalt diep adem en vertelt over het boek en hoe hij een bladzijde had gescheurd. “Harde Beer werd boos… en nu voel ik me heel stom.”

Zachte Beer zet een warme mok thee voor Kleine Beer neer en knielt bij hem neer. “Weet je, iedereen maakt weleens een fout, Kleine Beer. Dat betekent niet dat jij stom bent.”

Kleine Beer snuift. “Maar het was een speciaal boek… En nu is het kapot.”

“Misschien is het beschadigd, maar dat betekent niet dat het onherstelbaar is,” glimlacht Zachte Beer. Hij loopt naar een kast en haalt een rolletje plakband tevoorschijn.

Voorzichtig pakt hij een oud boek uit zijn eigen kast, dat hier en daar wat plakbandrandjes heeft. “Zie je? Boeken kunnen gerepareerd worden. Net als fouten.”

Kleine Beer kijkt verbaasd. “Dus… ik kan het goedmaken?”

“Tuurlijk,” knikt Zachte Beer. “En het helpt als je eerlijk vertelt dat je het niet expres hebt gedaan.”

Met een klein beetje meer moed loopt Kleine Beer terug naar Huisje Daar. Harde Beer zit nog steeds met het boek in zijn poot.

“Harde Beer…” begint Kleine Beer voorzichtig. “Het spijt me echt dat ik de bladzijde heb gescheurd. Ik had beter moeten opletten. Maar… misschien kunnen we het samen repareren?”

Harde Beer bromt iets onverstaanbaars, maar kijkt naar de plakbandrol in Kleine Beers poot. Na een ongemakkelijke stilte volgt “Nou ja… vooruit dan maar, als jij het doet,”. Uiteindelijk.

Voorzichtig plakt Kleine Beer de bladzijde weer vast. Het boek is niet meer perfect, maar het verhaal is nog steeds hetzelfde.

Kleine Beer voelt zich opgelucht. Hij heeft geleerd dat eerlijk zijn belangrijker is dan bang zijn voor fouten. En dat zelfs gescheurde dingen, net als gevoelens, altijd een beetje te repareren zijn, ook als hij het alleen moet doen.

Geplaatst op Geef een reactie

Het verhaal van de honingpot

Harde Beer wordt boos

De verdwenen honingpot

Harde Beer wordt boos

In Huisje Hier wonen Zachte Beer, Harde Beer en Kleine Beer samen. Het is een gewone ochtend en de zon schijnt door het raam terwijl Kleine Beer aan de tafel zit met een kommetje havermout.

“Waar is mijn honingpot?!” brult Harde Beer plotseling vanuit de keuken.

Kleine Beer schrikt en kijkt naar Zachte Beer, die rustig zijn thee inschenkt.

“Welke honingpot bedoel je, Harde Beer?” vraagt Zachte Beer kalm.

“De grote! De lekkerste! Ik had hem gisteren nog!” Harde Beer loopt stampvoetend de kamer in en kijkt beschuldigend rond. “Iemand heeft hem weggehaald!”

Kleine Beer schuift ongemakkelijk op zijn stoel. Hij vindt het niet fijn als Harde Beer zo boos is.

“Misschien hebben we hem al opgemaakt?” stelt Zachte Beer voor.

“Onzin!” snauwt Harde Beer. “Jij ruimt altijd alles op! Wedden dat jij hem ergens hebt verstopt?”

Kleine Beer kijkt gespannen naar Zachte Beer. Hij weet dat Zachte Beer nooit dingen zomaar verstopt.

“Ik verstop niets, Harde Beer,” zegt Zachte Beer geduldig. “Misschien kunnen we samen even kijken?”

“Ik weet al genoeg!” gromt Harde Beer. “Jij doet altijd zo verstandig, maar ondertussen haal je gewoon mijn spullen weg!”

Kleine Beer krimpt in elkaar en kijkt naar Zachte Beer, die even naar hem knipoogt.

“Kom, Kleine Beer,” zegt Zachte Beer zachtjes. “Wil je me helpen met de was opvouwen?”

Kleine Beer knikt opgelucht en volgt Zachte Beer naar een andere kamer, weg van het boze gestamp van Harde Beer. Terwijl ze samen de handdoeken vouwen, hoort Kleine Beer Harde Beer nog steeds mopperen.

“Waarom is Harde Beer zo boos?” fluistert Kleine Beer.

Zachte Beer zucht en strijkt een vouw glad. “Soms, Kleine Beer, worden beren boos om kleine dingen, vooral als ze denken dat ze de controle verliezen. Maar dat is niet jouw schuld.”

Kleine Beer knikt. Hij voelt zich veiliger bij Zachte Beer.

Even later klinkt een harde plof vanuit de keuken.

“Ah, hier is mijn honingpot!” bromt Harde Beer.

Zachte Beer en Kleine Beer kijken de keuken in en zien de honingpot achter een stapel borden staan.

Kleine Beer kijkt naar Zachte Beer, die niet boos of triomfantelijk kijkt, alleen maar zacht glimlacht.

Harde Beer schraapt zijn keel. “Nou, dan eet ik nu mijn honing.”

Kleine Beer kijkt naar Zachte Beer. “Hij zegt geen sorry,” fluistert hij.

Zachte Beer knikt. “Sommige beren zeggen niet snel sorry. Maar wij weten hoe het echt zat, toch?”

Kleine Beer glimlacht en vouwt de laatste handdoek op. Hij weet dat hij veilig is bij Zachte Beer, zelfs als Harde Beer moppert over honing.

Geplaatst op 2 reacties

Het verhaal van zwemmende Kleine Beer

Kleine Beer en Narcisme zwemmend

Op een zonnige dag besloot Kleine Beer te gaan zwemmen in het meer bij Huisje Daar. Het was een heerlijke plek, met helder water en vrolijk kwetterende eenden. Kleine Beer voelde zich een beetje onzeker, want zwemmen kon hij nog niet zo lang. Hij droeg zijn zwembandjes stevig om zijn armen en stapte voorzichtig het frisse water in.

Kleine Beer stapt dieper het meertje in, tot waar hij niet meer op zijn pootjes kan staan en begint te watertrappelen. Hij probeert zijn armen ook te bewegen en komt langzaam in beweging.

Niet veel later kwam Harde Beer aangewandeld. “Kijk eens aan! Daar is mijn zwemkampioen!” riep hij enthousiast. Kleine Beer glimlachte verlegen, terwijl hij traag door het water ploeterde. “Zwem maar snel verder!”

Plots zwom een eend snel voorbij Kleine Beer. Kleine Beer stopte even met peddelen en keek naar de kant. “Harde Beer, zie je dat? Ik ben echt nog traag.” Zegt hij droef.

“Onzin, Kleine Beer!” zei Harde Beer met een brede glimlach. “Jij wordt de beste zwemmer die ik ooit heb gezien. Een berebeste zwemmer, net zoals ik! Weet je wat? Er is binnenkort een zwemwedstrijd in het dorp. Hoe leuk zou het zijn moest je die winnen?!”

Kleine Beer keek verbaasd. “Maar Harde Beer, ik ben nog helemaal niet zo goed. Ik gebruik zelfs nog mijn zwembandjes.”

“Ach,” zei Harde Beer, terwijl hij zich breed maakte. “Jij kan toch perfect zonder die bandjes zwemmen? Echt, je techniek is goed, als je het maar echt wil, kan je zelfs de zwemwedstrijd in het dorp winnen binnenkort! En ik zal je aanmoedigen!.”

 

Kleine Beer en Narcisme zwemmend

Later die dag ging Kleine Beer naar Huisje Hier, waar Zachte Beer hem opwachtte. “Hoe was het zwemmen vandaag, Kleine Beer?” vroeg Zachte Beer zachtjes.

Kleine Beer zuchtte en vertelde over Harde Beer die zei dat hij de beste zwemmer was en over de zwemwedstrijd. “Maar ik kan helemaal nog niet goed zwemmen!,” zei hij eerlijk. “Ik ben nog aan het oefenen.”

Zachte Beer glimlachte en gaf Kleine Beer een knuffel. “Je bent al fantastisch, gewoon omdat je het probeert en er plezier in hebt. Het is niet belangrijk om de beste te zijn, maar om blij te zijn met wat je doet. Wat Harde Beer denkt dat hij je motiveert door te zeggen dat je het al geweldig kan, terwijl je nog maar begint. Het is goed dat jij zelf weet wat je wilt en kunt.”

Kleine Beer keek op en knikte. “Ik denk dat ik eerst nog even blijf oefenen voordat ik aan een wedstrijd meedoe. Misschien doe ik later mee, als ik er echt klaar voor ben.”

“Dat klinkt als een heel goed plan, Kleine Beer,” zei Zachte Beer. “Zullen we samen oefenen morgen? Gewoon rustig aan, voor de lol?”

“Ja, graag!” riep Kleine Beer blij. Hij voelde zich meteen lichter.